Natuur, ondernemen en recreëren gaan goed samen. Met wat spelregels. OZHZ houdt daarop toezicht in de hele provincie en betrekt u daarbij.
Blauwborsten zijn prachtige vogels om te zien én om te horen. Zelden gaan in de Nederlandse vogelwereld een opvallend vertoon van kleuren en een uitbundige zang gepaard; de blauwborst is daarin een uitzondering. Het voorkomen van de blauwborst wordt vooral bepaald door de aanwezigheid van moerassen en daarop lijkende biotopen. De afgelopen decennia heeft de blauwborst in Nederland een opmerkelijke opmars gemaakt. Het is een van de weinige soorten die zelfs van een Rode Lijst is geschrapt, omdat het zo goed gaat. Blauwborsten eten vooral insecten en slakken, spinnen en wormen, maar soms ook bessen (vooral in de herfst).
Het totale verspreidingsgebied omvat Europa, Azië en Alaska. In dit enorme verspreidingsgebied leven 10 verschillende ondersoorten, de Nederlandse is de vorm cyanecula, de witgesterde blauwborst.
Beken en meren, duinen, hoogveen, moeras, oevers, plassen, rivieren
Gevarieerde, natte gebieden met open delen en een rijke struweel- en loofboombegroeiing die rijk zijn aan insecten. Dat is wat een blauwborst graag ziet. De geleidelijke overgang van rietmoerassen naar moerasbos vormt een uitstekend leefgebied. Blauwborsten broeden op de grond in dicht struikgewas, bij voorkeur in een kommetje op een dicht begroeide helling.
Leeft voor een deel op de grond. Tussen de vegatatie zoeken ze naar voedsel. Tijdens de balts vliegt het mannetje op uit het riet met een melodiueze zang om elders met gespreide staart en vleugels neer te strijken.
Continentaal Europa; blauwborsten trekken in pal zuidelijke richting weg.
In Nederland broedende blauwborsten trekken naar het Iberisch Schiereiland en naar West-Afrika, vaak ten zuiden van de Sahara.
Als gevolg van een sterk toegenomen oppervlakte moerassen en moerasbos (de Randmeren van de Flevopolder, de Oostvaardersplassen, het Lauwersmeergebied) konden de aantallen blauwborsten toenemen.
De verspreiding van blauwborsten in Nederland is de afgelopen dertig jaar spectaculair toegenomen. Veel nieuwe gebieden werden bezet, een verandering in verspreiding in positieve zin van meer dan 300%! Rond 1970 werden ongeveer 1000 paren vastgesteld, in 2000 werden maar liefst 9.000 tot 11.000 paren vastgesteld.
Zomervogel. Vrij talrijke broedvogel; doortrekker in vrij groot aantal
Bluethroat , Luscinia svecica
Passeriformes
Zangers (Sylviidae)
Eind mei - juli
3-5 (7)
Dun en spits
Donkere, gewone zangvogelpoten
Witte wenkbrauwstreep en roestbruine staartbasis. Blauwe borst met witte vlek.
Insecten, larven, slakjes en soms ook bessen.
© Copyright 2022 - Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid | Realisatie: Cosly.com