Natuur, ondernemen en recreëren gaan goed samen. Met wat spelregels. OZHZ houdt daarop toezicht in de hele provincie en betrekt u daarbij.
Blauwe kiekendieven leven in open, vochtige gebieden. Randgebieden van meren zijn favoriet, evenals moerassen met een lage, dichte vegetatie en brede rietkragen. Opvallend is de witte stuit (de plaats waar de staart aan het lichaam zit), die in vlucht een duidelijk onderscheid met de bruine kiekendief vormt. Op het menu staan kleine zoogdieren: (jonge) konijnen en muizen. Maar ook kleine vogels worden regelmatig verschalkt. Blauwe kiekendieven worden vaak gezien op gemaaide hooilanden, waar ze muizen vangen die zich verschuilen in plukken hooi.
Blauwe kiekendieven komen voor in vrijwel het gehele Euraziatische laaglandgebied. Het grootste deel van de populatie in Europa broedt in Frankrijk, Finland en Zweden.
Duinen, moeras, rietland en ruigte, vennen
Blauwe kiekendieven zoeken hun voedsel en maken hun nest in moerassen met een lage, dichte vegetatie en brede rietkragen en in kruidenrijke akkerranden. Het nest wordt gemaakt in ontoegankelijke lage vegetatie op of in een struik.
Lange, lage en vaak schommelende glijvluchten waarbij vleugels in een ondiepe V gehouden worden.
Continentaal Europa
Centraal Europa. 's Winters in Nederland op meer plekken te zien dan in de zomer. Blauwe Kiekendieven jagen dan vaak boven ruige en braakliggende terreinen.
De Blauwe kiekendief staat op de Rode Lijst vanwege de lage aantallen en de kwetsbaarheid van moerassen en duinvalleien. Bovendien is de blauwe kiekendief gevoelig voor verstoring in het broedseizoen.
De blauwe kiekendief was vroeger waarschijnlijk een vrije algemene broedvogel. Door het in cultuur brengen van het land is de soort steeds meer naar uithoeken verdreven, totdat de soort slechts nog in duinvalleien op de Waddeneilanden broedde. Blauwe kiekendieven worden tegenwoordig ook gesignaleerd in Groningen, waar ze broeden op braakliggende akkers. De Oostvaardersplassen vormen een ander belangrijk bolwerk voor deze soort.
Jaarvogel. Uiterst schaarse broedvogel; doortrekker in vrij klein aantal; wintervogel in klein aantal
Hen Harrier, Circus cyaneus
Accipitriformes
Havikachtigen (Accipitridae)
Begin mei - begin juni
5-7, soms tot 12
Krachtige, slanke haaksnavel (vleeseter)
Gele, krachtige poten met scherpe klauwen voor het grijpen van prooidieren.
Mannetje onmiskenbaar grijsblauw. De witte stuit vormt een opvallend kenmerk.
Muizen, konijnen en vogels
© Copyright 2021 - Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid | Realisatie: Cosly.com