Natuur, ondernemen en recreëren gaan goed samen. Met wat spelregels. OZHZ houdt daarop toezicht in de hele provincie en betrekt u daarbij.
De grote zilverreiger is van oorsprong een vogel uit het mediterrane gebied. Door het beschikbaar komen van geschikte leefgebieden heeft deze hagelwitte reiger zijn verspreiding inmiddels uitgebreid tot in Nederland. De Oostvaardersplassen vormen het belangrijkste bolwerk in Nederland. Dit gebied is de springplank vanwaar andere gebieden inmiddels gekoloniseerd worden.
De grote zilverreiger komt op alle continenten - behalve Antarctica - voor. In Europa is de soort vooral talrijk in het Middellandse Zeegebied en de landen rond de Zwarte Zee. Het broedgebied wordt ruwweg begrensd door de 20 graden Celsius Juli-isotherm. Veruit de meeste grote zilverreigers broeden in Oekraïene, gevolgd door Hongarije, Oostenrijk en Roemenië.
Moeras, oevers, plassen, rietland en ruigte, weilanden (uitgestrekt).
Rietmoerassen, oeverzones van meren en plassen, bossen langs rivieren (ooibossen) en aan kusten bij de mondingen van rivieren. Om te nestelen heeft de grote zilverreiger een flinke hoeveelheid overjarig riet nodig, maar geregeld worden ook wilgen gebruikt om het nest in te bouwen.
Foerageert actiever dan de blauwe reiger op vis in poelen, sloten en andere ondiepere water, soms op muizen in grasland.
Klein aantal trekt naar Zuid en Oost-Europa.
Zuid-en Oost Europa.
De toename in Nederland volgde op een sterke toename van het aantal grote zilverreigers in de omgeving van de Oostenrijks / Hongaarse Neusiedlersee. Of het daadwerkelijk om vogels uit die streek gaat die naar Nederland zijn gekomen is niet bekend.
Het eerste Nederlandse broedgeval van de grote zilverreiger is uit 1978. Na een moeizame periode, waarin afwisselend wel en niet gebroed werd, nam de grote zilverreiger een vlucht vanaf 1991. Met name het geleidelijk verhogen van het waterpeil bleek een belangrijke factor voor succes.
Jaarvogel. Zeer schaarse broedvogel; doortrekker en wintervogel in klein aantal.
Great Egret , Casmerodius albus.
Ciconiiformes
Reigers (Ardeidae)
April - juni
3 - 4 eieren
1
Dolkvormig, zwart (geel in winter).
Geelachtig van kleur, lange poten met lange tenen.
Onmiskenbaar door formaat en kleur van poten en snavel.
Allerlei vis, amfibiën en ook kleine zoogdieren als woelmuizen en mollen. Driedoornige stekelbaar is een belangrijke prooisoort.
© Copyright 2021 - Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid | Realisatie: Cosly.com