Natuur, ondernemen en recreëren gaan goed samen. Met wat spelregels. OZHZ houdt daarop toezicht in de hele provincie en betrekt u daarbij.
Kleine zwanen zijn alleen in de winter in Nederland. In groepen van soms meer dan honderd sneeuwwitte vogels verblijven ze op enkele veenweiden, akkers en uiterwaarden. In gebieden met vrij ondiep water, zoals het Veluwemeer en Lauwersmeer, eten ze vooral de winterknolletjes van fonteinkruiden. Kleine zwanen broeden op de arctische toendra's langs de Barentszee en verder naar het oosten. Elke kleine zwaan is anders, hoewel dat op het eerste gezicht misschien niet zo lijkt. Maar het gele patroon op de donkere snavel is bij ieder individu verschillend. Onderzoekers kunnen hierdoor vele honderden zwanen uit elkaar houden - een hele prestatie! Kleine zwanen zijn echte planteneters, die in de winter het malse Nederlandse gras prefereren boven ondergesneeuwde dorre toendravegetatie. Kleine zwanen zijn van eind september tot eind maart in Nederland te zien.
Het kleine deel van het broedgebied dat tot Europa behoort vormt slechts een fractie van het uitgestrekte arctische broedgebied. Kleine zwanen overwinteren in Denemarken, Duitsland, Groot Brittannië en Nederland. Ons land herbergt echter - in zachte winters - 60% van de totale wereldpopulatie. In strenge winters trekken veel kleine zwanen verder weg naar Groot Brittannië, nog altijd blijft dan 35% van de wereldpopulatie hier achter.
Plassen, weilanden (uitgestrekt)
Kleine zwanen broeden op de uitgestrekte Russische toendra. Kleine zwanen foerageren tijdens hun winterverblijf in Nederland vooral op grazige veenweiden, akkers en grasland, de meeste gelegen in de omgeving van grotere plassen (zoals de Reeuwijkse Plassen ten noorden van Gouda). De hoge energiewaarde van dit gras - de reden dat dit gras voor koeien is ingezaaid - maakt het prima voedsel voor de zwanen.
Foerageert in de winter in groepen.
Kleine zwanen trekken in zuidwestelijke richting van hun broedgebied naar Noordwest-Europa om te overwinteren. Het oostelijk deel van de wereldpopulatie overwintert hoofdzakelijk in China en Japan.
Groot-Brittannië, Denemarken, Duitsland en Nederland.
Het aantal overwinterende kleine zwanen is onderhevig aan enige schommelingen, maar neemt gemiddeld genomen toe sinds de jaren 1970. Sinds 1995 lijkt er sprake te zijn van een lichte afname. De wereldpopulatie wordt geschat op ongeveer 25.000 vogels, waarvan er circa 17.000 tot 19.000 in Nederland overwinteren.
Wintergast. Doortrekker en wintergast in vrij groot aantal
Bewick's Swan , Cygnus bewickii
Anseriformes
Eenden (Anatidae)
Zwart-gele snavel met meer zwart dan geel en waarbij het geel een vierkante of ronde vlek vormt. Geel reikt niet tot voorbij neusgat.
donker en met zwemvliezen
Grote witte zwaan die het best aan de snavel te onderscheiden is van de wilde zwaan.
Vochtige graslanden met mals gras die voldoende open zijn opdat de vogels mogelijke vijanden kunnen zien aankomen vormen een prima overwinteringsgebied voor de kleine zwaan.
© Copyright 2022 - Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid | Realisatie: Cosly.com