Natuur, ondernemen en recreëren gaan goed samen. Met wat spelregels. OZHZ houdt daarop toezicht in de hele provincie en betrekt u daarbij.
De rietzanger is een vogel van rietlanden en andere oevervegetaties, die zijn nest meestal bouwt in landriet. Het ideale biotoop bestaat uit een combinatie van een flink oppervlak aan jong en overjarig riet en een dichte, deels hoog opschietende kruidlaag. Het voedsel bestaat uit insekten, die laag in de dichte vegetatie verzameld worden. Rietzangers zijn trekvogels en overwinteren vooral in de Sahelzone bezuiden de Sahara.
Rietzangers broeden in grote delen van Europa en Azië. Overal waar rietmoerassen op laagveen voorkomen is in principe voldaan aan de eisen van de rietzanger.
Beken en meren, moeras, oevers, rietland en ruigte
Rietzangers zoeken hun voedsel in een liefst dichte vegetatie bestaande uit jong en overjarig riet, zeggen, bitterzoet en andere moerasplanten. Hun nest bouwen ze in een dichte rietbegroeiing, bovenop de dichtere ondergroei. Het nest hangt dus niet op enige hoogte tussen de rietstengels. Op het menu staan allerlei insecten: muggen, eendagsvliegen enzovoort.
Continentaal Europa
Midden-Afrika, waarschijnlijk vooral langs de rivieren de Senegal en de Niger, welke uitgestrekte moerasgebieden langs hun oevers hebben.
De teloorgang van de rietzanger is ten dele een internationaal probleem. Een combinatie van jarenlange droogte in de Sahel en het gebruik aldaar van - in Europa inmiddels verboden - bestrijdingsmiddelen leidde tot sterfte in het winterhalfjaar. Vooral de link met de regenval in West-Afrika is na recent onderzoek zonneklaar: Na jaren met veel regenval dáár broeden er meer rietzangers hìer. Toch is ook bij ons het een en ander aan de hand. Opvallend is bijvoorbeeld dat de soort het eerst verdween uit kleine rietstroken. Verder blijkt jaarlijks gemaaid rietland veel minder broedparen te herbergen dan overjarig rietland.
De rietzanger was tot voor kort een talrijke broedvogel, die langs allerlei soorten wateren met enige oeverbegroeiing te vinden was. Lange tijd was de soort algemener dan de nu veel meer voorkomende kleine karekiet. Tot in de jaren zestig ging het om tenminste enige tienduizenden broedparen; in optimale leefgebieden kwamen zelfs dichtheden van tientallen paren per vierkante kilometer voor. Vanaf eind jaren zestig werd plaatselijk gerept van een afname. Midden jaren zeventig werd de stand geschat op 17.500-30.000 paar, anno 1990 waren er hooguit nog 12.000-18.000 paren over. Met name in Midden- en Zuid-Nederland is de rietzanger sterk afgenomen. Opvallend was de relatief geringe afname in de veenplassen van West- en Noord-Nederland, vanouds de bolwerken van de soort. Ondanks een sterke afname van het verspreidingsareaal broeden er in de periode 1998 -2000 ongeveer 20.000 tot 25.000 paren in ons land.
Zomervogel. Vrij talrijke broedvogel; doortrekker in (vrij) groot aantal
Sedge Warbler , Acrocephalus schoenobaenus
Passeriformes
Zangers (Sylviidae)
Onbekend
© Copyright 2022 - Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid | Realisatie: Cosly.com