Natuur, ondernemen en recreëren gaan goed samen. Met wat spelregels. OZHZ houdt daarop toezicht in de hele provincie en betrekt u daarbij.
Roerdompen hebben een mysterieus imago. Het zijn vogels die moeilijk te zien zijn. De 'paalhouding' van roerdompen (het imiteren van een pol riet door stijf rechtop te gaan staan) is beroemd. Het geluid van roerdompen, alsof iemand over een leeg bierflesje blaast, draagt daaraan nog bij. Roerdompen broeden in moerassen die rijk zijn aan stevig oud riet. Het zijn merendeels standvogels, die in ijzige winters gevoelige verliezen kunnen lijden. Vissen, kikkers, muizen ('s winters) en grote insekten vormen de belangrijkste voedselbron. Meestal wordt gejaagd in open water aan de rand van het riet.
Roerdompen zijn bijzonder sterk gebonden aan hun leefgebied, dat onregelmatig door Europa voorkomt.
Moeras, rietland en ruigte
Roerdompen zoeken hun voedsel, dat bestaat uit vis, kikkers, salamanders en (water)insecten, door hun snavelpunt in het water te houden. Mogelijk kunnen zij zo beter de brekingsindex van het water bepalen en hun trefkans vergroten. De roerdomp is volledig aangepast aan het leven in rietmoerassen. Zijn prachtige camouflage en behoedzame gedrag laten dit uitstekend zien.
Leeft zeer verborgen in rietvelden en is vrijwel alleen te zien in vlucht
Roerdompen zwerven in strenge winters naar iets zuidelijker streken (tot in Zuid-Frankrijk), om daar bij open water met dichte rietkragen te vissen.
De belangrijkste oorzaak voor de afname van de roerdomp is het verdwijnen en/of ongeschikt worden van zijn leefomgeving. Vroeger eiste de jacht daarnaast haar tol, tegenwoordig zijn dat vooral de slechte waterkwaliteit en de peilverlagingen, die een afname van de visstand hebben veroorzaakt. Een derde negatieve factor is de toegenomen water- en oeverrecreatie. Met name in de broedtijd kan verstoring al gauw leiden tot het verdwijnen van de soort.
Al enkele eeuwen neemt het aantal broedende roerdompen in Nederland af; een proces dat nog steeds niet tot staan is gebracht. In de jaren zeventig waren van de duizenden van weleer nog zo'n 500-700 paren over, begin jaren negentig was de stand verder gedaald tot 150-180 paar. De belangrijkste overgebleven broedplaatsen liggen in Noordwest-Overijssel, de Oostvaardersplassen en het Gelderse Rijnstrangengebied. Van de niet zo lang terug nog behoorlijke broedbestanden in Friesland, Noord-Brabant en de Hollanden is weinig meer over. Door de ontwikkeling van nieuwe rietmoerassen in het Lauwersmeergebied en in de bufferzone rond de Wieden zijn enkele nieuwe leefgebieden ontstaan. Toch heeft dit voor het aantal roerdompen slechts weinig verschil gemaakt; er is nog steeds slechts sprake van ongeveer 200 - 250 broedparen.
Jaarvogel. Zeer schaarse tot schaarse broedvogel; doortrekker en wintervogel in klein aantal
Great Bittern , Botaurus stellaris
Ciconiiformes
Reigers (Ardeidae)
dolkvormige en geelbruine snavel
groengelige poten met lange tenen
Onmiskenbare compacte, geelbruine reiger. Zien doe je een Roerdomp echter bijna nooit maar gelukkig is zijn roep al even onmiskenbaar.
Voornamelijk vis maar ook amfibieën, kleine zoogdieren en vogels
© Copyright 2021 - Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid | Realisatie: Cosly.com